Definify.com

Definition 2024


opdonder

opdonder

Dutch

Noun

opdonder m (plural opdonders, diminutive opdondertje n)

  1. wallop
  2. (informal, of a person, esp. in diminutive) a person of small stature, a pipsqueak
    Wat is dat nu weer voor een klein opdondertje?
    What kind of a little pipsqueak is that?

Verb

opdonder

  1. first-person singular present indicative of opdonderen (when using a subclause)

Anagrams