Definify.com
Definition 2024
overslaan
overslaan
Dutch
Verb
overslaan
- to reduce the frequency of
- to skip, to omit from a sequence
- to arc (electrical discharge)
- (of a virus) to jump species
- Er is een nieuwe vorm van hiv overgeslagen van de gorilla naar de mens - There is a new HIV virus that jumped species from gorillas to humans.
- to transfer (cargo)
- In de eerste drie maanden van het jaar werd 10,8 procent minder goederen overgeslagen in Rotterdam ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
- In the first three months of the year, 10.8% less cargo was transfered compared to the same period last year in Rotterdam.
- In de eerste drie maanden van het jaar werd 10,8 procent minder goederen overgeslagen in Rotterdam ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
- to suddenly change register (of a voice, such as in yodeling)
Inflection
Inflection of overslaan (strong class 6, irregular, prefixed) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | overslaan | |||
past singular | oversloeg | |||
past participle | overgeslagen | |||
infinitive | overslaan | |||
gerund | overslaan n | |||
verbal noun | — | |||
present tense | past tense | |||
1st person singular | oversla | oversloeg | ||
2nd person sing. (jij) | overslaat | oversloeg | ||
2nd person sing. (u) | overslaat | oversloeg | ||
2nd person sing. (gij) | overslaat | oversloegt | ||
3rd person singular | overslaat | oversloeg | ||
plural | overslaan | oversloegen | ||
subjunctive sing.1 | oversla | oversloege | ||
subjunctive plur.1 | overslaan | oversloegen | ||
imperative sing. | oversla | |||
imperative plur.1 | overslaat | |||
participles | overslaand | overgeslagen | ||
1) Archaic. |