Definify.com

Definition 2024


samendrukkend

samendrukkend

Dutch

Participle

samendrukkend

  1. present participle of samendrukken

Declension

Inflection of samendrukkend
uninflected samendrukkend
inflected samendrukkende
comparative
positive
predicative/adverbial samendrukkend
samendrukkende
indefinite m./f. sing. samendrukkende
n. sing. samendrukkend
plural samendrukkende
definite samendrukkende
partitive samendrukkends