Definify.com

Definition 2024


titelen

titelen

Dutch

Verb

titelen

  1. (transitive) to title, to name

Inflection

Inflection of titelen (weak)
infinitive titelen
past singular titelde
past participle getiteld
infinitive titelen
gerund titelen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular titel titelde
2nd person sing. (jij) titelt titelde
2nd person sing. (u) titelt titelde
2nd person sing. (gij) titelt titelde
3rd person singular titelt titelde
plural titelen titelden
subjunctive sing.1 titele titelde
subjunctive plur.1 titelen titelden
imperative sing. titel
imperative plur.1 titelt
participles titelend getiteld
1) Archaic.

Derived terms