Definify.com
Definition 2024
uitverkopen
uitverkopen
Dutch
Noun
uitverkopen
- Plural form of uitverkoop
Verb
uitverkopen
- to sell out
Inflection
Inflection of uitverkopen (weak with past in -cht, prefixed, separable) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | uitverkopen | |||
past singular | verkocht uit | |||
past participle | uitverkocht | |||
infinitive | uitverkopen | |||
gerund | uitverkopen n | |||
verbal noun | — | |||
main clause | subordinate clause | |||
present tense | past tense | present tense | past tense | |
1st person singular | verkoop uit | verkocht uit | uitverkoop | uitverkocht |
2nd person sing. (jij) | verkoopt uit | verkocht uit | uitverkoopt | uitverkocht |
2nd person sing. (u) | verkoopt uit | verkocht uit | uitverkoopt | uitverkocht |
2nd person sing. (gij) | verkoopt uit | verkocht uit | uitverkoopt | uitverkocht |
3rd person singular | verkoopt uit | verkocht uit | uitverkoopt | uitverkocht |
plural | verkopen uit | verkochten uit | uitverkopen | uitverkochten |
subjunctive sing.1 | verkope uit | verkochte uit | uitverkope | uitverkochte |
subjunctive plur.1 | verkopen uit | verkochten uit | uitverkopen | uitverkochten |
imperative sing. | verkoop uit | |||
imperative plur.1 | verkoopt uit | |||
participles | uitverkopend | uitverkocht | ||
1) Archaic. |