Definify.com

Definition 2024


verontschuldigen

verontschuldigen

Dutch

Verb

verontschuldigen

  1. (transitive) to excuse, to forgive
    Wilt u mij verontschuldigen?
    Would you excuse me?
  2. (reflexive) to apologize
    Zij hebben zich verontschuldigd voor hun wangedrag.
    They apologised for their bad behaviour.

Inflection

Inflection of verontschuldigen (weak, prefixed)
infinitive verontschuldigen
past singular verontschuldigde
past participle verontschuldigd
infinitive verontschuldigen
gerund verontschuldigen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular verontschuldig verontschuldigde
2nd person sing. (jij) verontschuldigt verontschuldigde
2nd person sing. (u) verontschuldigt verontschuldigde
2nd person sing. (gij) verontschuldigt verontschuldigde
3rd person singular verontschuldigt verontschuldigde
plural verontschuldigen verontschuldigden
subjunctive sing.1 verontschuldige verontschuldigde
subjunctive plur.1 verontschuldigen verontschuldigden
imperative sing. verontschuldig
imperative plur.1 verontschuldigt
participles verontschuldigend verontschuldigd
1) Archaic.

Derived terms