Definify.com

Definition 2024


voornaam

voornaam

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈvoːrˌnaːm/

Noun

voornaam m (plural voornamen, diminutive voornaampje n)

  1. first name
Synonyms

Etymology 2

From Middle Dutch voorneem, voornaem, from Middle High German vornēme.

Pronunciation

  • IPA(key): /voːrˈnaːm/

Adjective

voornaam (comparative voornamer, superlative voornaamst)

  1. important, distinguished
Inflection
Inflection of voornaam
uninflected voornaam
inflected voorname
comparative voornamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial voornaam voornamer het voornaamst
het voornaamste
indefinite m./f. sing. voorname voornamere voornaamste
n. sing. voornaam voornamer voornaamste
plural voorname voornamere voornaamste
definite voorname voornamere voornaamste
partitive voornaams voornamers
Synonyms
Derived terms