Definify.com

Definition 2024


zelfzeker

zelfzeker

Dutch

Adjective

zelfzeker (comparative zelfzekerder, superlative zelfzekerst)

  1. confident

Inflection

Inflection of zelfzeker
uninflected zelfzeker
inflected zelfzekere
comparative zelfzekerder
positive comparative superlative
predicative/adverbial zelfzeker zelfzekerder het zelfzekerst
het zelfzekerste
indefinite m./f. sing. zelfzekere zelfzekerdere zelfzekerste
n. sing. zelfzeker zelfzekerder zelfzekerste
plural zelfzekere zelfzekerdere zelfzekerste
definite zelfzekere zelfzekerdere zelfzekerste
partitive zelfzekers zelfzekerders