Definify.com

Definition 2024


aandienen

aandienen

Dutch

Verb

aandienen

  1. (transitive) to announce, present (an arrival)
  2. (reflexive) to be expected, be anticipated
    Er was vaak geen gelegenheid om de antecedenten te onderzoeken van de mensen die zich aandienden.
    There was often no opportunity to examine those who were fit to be successors.

Inflection

Inflection of aandienen (weak, separable)
infinitive aandienen
past singular diende aan
past participle aangediend
infinitive aandienen
gerund aandienen n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular dien aan diende aan aandien aandiende
2nd person sing. (jij) dient aan diende aan aandient aandiende
2nd person sing. (u) dient aan diende aan aandient aandiende
2nd person sing. (gij) dient aan diende aan aandient aandiende
3rd person singular dient aan diende aan aandient aandiende
plural dienen aan dienden aan aandienen aandienden
subjunctive sing.1 diene aan diende aan aandiene aandiende
subjunctive plur.1 dienen aan dienden aan aandienen aandienden
imperative sing. dien aan
imperative plur.1 dient aan
participles aandienend aangediend
1) Archaic.

Anagrams