Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
achterom_kijken
achteromkijken
Dutch
Verb
achteromkijken
to
look back
over the shoulder
to
contemplate
the past, especially in a
nostalgic
, guilty or
worried
way
Inflection
Inflection of
achteromkijken
(strong class 1, separable)
infinitive
achteromkijken
past
singular
keek achterom
past
participle
achteromgekeken
infinitive
achteromkijken
gerund
achteromkijken
n
verbal noun
—
main clause
subordinate clause
present tense
past tense
present tense
past tense
1st
person
singular
kijk achterom
keek achterom
achteromkijk
achteromkeek
2nd
person
sing.
(
jij
)
kijkt achterom
keek achterom
achteromkijkt
achteromkeek
2nd
person
sing.
(
u
)
kijkt achterom
keek achterom
achteromkijkt
achteromkeek
2nd
person
sing.
(
gij
)
kijkt achterom
keekt achterom
achteromkijkt
achteromkeekt
3rd
person
singular
kijkt achterom
keek achterom
achteromkijkt
achteromkeek
plural
kijken achterom
keken achterom
achteromkijken
achteromkeken
subjunctive
sing.
1
kijke achterom
keke achterom
achteromkijke
achteromkeke
subjunctive
plur.
1
kijken achterom
keken achterom
achteromkijken
achteromkeken
imperative
sing.
kijk achterom
imperative
plur.
1
kijkt achterom
participles
achteromkijkend
achteromgekeken
1)
Archaic.
Anagrams
kijken achterom
Etymology
From
achterom
+
kijken
.
Pronunciation
IPA
(key)
:
/ɑxtəˈrɔmkɛi̯kə(n)/
Similar Results