Definify.com

Definition 2024


bekennend

bekennend

Dutch

Participle

bekennend

  1. present participle of bekennen

Declension

Inflection of bekennend
uninflected bekennend
inflected bekennende
comparative
positive
predicative/adverbial bekennend
bekennende
indefinite m./f. sing. bekennende
n. sing. bekennend
plural bekennende
definite bekennende
partitive bekennends

German

Pronunciation

  • IPA(key): [bəˈkɛnənt]

Verb

bekennend

  1. Present participle of bekennen.