Definify.com

Definition 2024


doordrijven

doordrijven

Dutch

Verb

doordrijven

  1. (transitive) to push through, to carry through (against resistance)

Inflection

Inflection of doordrijven (strong class 1, separable)
infinitive doordrijven
past singular dreef door
past participle doorgedreven
infinitive doordrijven
gerund doordrijven n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular drijf door dreef door doordrijf doordreef
2nd person sing. (jij) drijft door dreef door doordrijft doordreef
2nd person sing. (u) drijft door dreef door doordrijft doordreef
2nd person sing. (gij) drijft door dreeft door doordrijft doordreeft
3rd person singular drijft door dreef door doordrijft doordreef
plural drijven door dreven door doordrijven doordreven
subjunctive sing.1 drijve door dreve door doordrijve doordreve
subjunctive plur.1 drijven door dreven door doordrijven doordreven
imperative sing. drijf door
imperative plur.1 drijft door
participles doordrijvend doorgedreven
1) Archaic.

References