Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


doorvoeren

doorvoeren

Dutch

Verb

doorvoeren

  1. (transitive) to carry out

Inflection

Inflection of doorvoeren (weak, separable)
infinitive doorvoeren
past singular voerde door
past participle doorgevoerd
infinitive doorvoeren
gerund doorvoeren n
verbal noun —
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular voer door voerde door doorvoer doorvoerde
2nd person sing. (jij) voert door voerde door doorvoert doorvoerde
2nd person sing. (u) voert door voerde door doorvoert doorvoerde
2nd person sing. (gij) voert door voerde door doorvoert doorvoerde
3rd person singular voert door voerde door doorvoert doorvoerde
plural voeren door voerden door doorvoeren doorvoerden
subjunctive sing.1 voere door voerde door doorvoere doorvoerde
subjunctive plur.1 voeren door voerden door doorvoeren doorvoerden
imperative sing. voer door
imperative plur.1 voert door
participles doorvoerend doorgevoerd
1) Archaic.

Anagrams

  • voeren door

Etymology

From door +‎ voeren.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈdoːrvuːrə(n)/

Similar Results

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms