Definify.com

Definition 2024


plaatsvindend

plaatsvindend

Dutch

Participle

plaatsvindend

  1. present participle of plaatsvinden

Declension

Inflection of plaatsvindend
uninflected plaatsvindend
inflected plaatsvindende
comparative
positive
predicative/adverbial plaatsvindend
plaatsvindende
indefinite m./f. sing. plaatsvindende
n. sing. plaatsvindend
plural plaatsvindende
definite plaatsvindende
partitive plaatsvindends