Definify.com

Definition 2024


verlijden

verlijden

Dutch

Verb

verlijden

  1. (law, of a contract) to expire, to end
  2. (law, of a contract) to declare binding

Inflection

Inflection of verlijden (strong class 1, prefixed)
infinitive verlijden
past singular verleed
past participle verleden
infinitive verlijden
gerund verlijden n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular verlijd verleed
2nd person sing. (jij) verlijdt verleed
2nd person sing. (u) verlijdt verleed
2nd person sing. (gij) verlijdt verleedt
3rd person singular verlijdt verleed
plural verlijden verleden
subjunctive sing.1 verlijde verlede
subjunctive plur.1 verlijden verleden
imperative sing. verlijd
imperative plur.1 verlijdt
participles verlijdend verleden
1) Archaic.