Definify.com

Definition 2024


vervoegen

vervoegen

Dutch

Verb

vervoegen

  1. to conjugate
  2. (proscribed) to join

Usage notes

Some speakers use this verb to mean "to join". Many speakers and language organisations consider this usage nonstandard and advise speakers to use, among other things, "zich (ver)voegen bij" or "zich aansluiten bij" instead.[1][2]

Inflection

Inflection of vervoegen (weak, prefixed)
infinitive vervoegen
past singular vervoegde
past participle vervoegd
infinitive vervoegen
gerund vervoegen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular vervoeg vervoegde
2nd person sing. (jij) vervoegt vervoegde
2nd person sing. (u) vervoegt vervoegde
2nd person sing. (gij) vervoegt vervoegde
3rd person singular vervoegt vervoegde
plural vervoegen vervoegden
subjunctive sing.1 vervoege vervoegde
subjunctive plur.1 vervoegen vervoegden
imperative sing. vervoeg
imperative plur.1 vervoegt
participles vervoegend vervoegd
1) Archaic.

Derived terms

Related terms

Anagrams

References