Definify.com

Definition 2024


voortduren

voortduren

Dutch

Verb

voortduren

  1. to continue, to persist

Inflection

Inflection of voortduren (weak, separable)
infinitive voortduren
past singular duurde voort
past participle voortgeduurd
infinitive voortduren
gerund voortduren n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular duur voort duurde voort voortduur voortduurde
2nd person sing. (jij) duurt voort duurde voort voortduurt voortduurde
2nd person sing. (u) duurt voort duurde voort voortduurt voortduurde
2nd person sing. (gij) duurt voort duurde voort voortduurt voortduurde
3rd person singular duurt voort duurde voort voortduurt voortduurde
plural duren voort duurden voort voortduren voortduurden
subjunctive sing.1 dure voort duurde voort voortdure voortduurde
subjunctive plur.1 duren voort duurden voort voortduren voortduurden
imperative sing. duur voort
imperative plur.1 duurt voort
participles voortdurend voortgeduurd
1) Archaic.

Derived terms