Definify.com
Definition 2024
Muts
muts
muts
Dutch
Noun
muts f (plural mutsen, diminutive mutsje n)
- tuque (knitted winter cap)
- Een muts op mijn hoofd, mijn kraag staat omhoog. Het is hier ijskoud, maar gelukkig wel droog.(Guus Meeuwis – Brabant)
- A tuque on my head, my collar stands high. Here it is ice-cold, but luckily enough, dry.
- Een muts op mijn hoofd, mijn kraag staat omhoog. Het is hier ijskoud, maar gelukkig wel droog.(Guus Meeuwis – Brabant)
- (derogatory) a badly dressed woman