Definify.com
Definition 2024
Zegen
zegen
zegen
See also: Zegen
Dutch
Noun
zegen m (plural zegens, diminutive zegentje n)
- A blessing, benediction
- (figuratively) A boon, anything beneficial.
Synonyms
Derived terms
- bezegenen
Verb
zegen
Etymology 2
Verb
zegen
- plural past indicative and subjunctive of zijgen
Etymology 3
From Middle Dutch segene, seine, from Middle Dutch segina, from Latin sagēna, from Ancient Greek σαγήνη (sagḗnē).
Noun
zegen f (plural zegens, diminutive zegentje n)
Derived terms
- zegenen (verb)
- zegenaar m
- viszegen, (obsolete) vischzegen
- (by fished species) elftzegen, haringzegen, knijtenzegen, slootzegen, trekzegen , walzegen, zalmzegen
- zegendreef
- zegenkade
- zegenkleed n
- zegenlijn
- zegennet n
- zegenpaard n
- zegenschip n
- zegenstreng, (obsolete) seinestreng
- zegenvis, (obsolete) zegenvisch, seinevisch m
- zegenvisserij, (obsolete) zegenvisscherij
- zegenworp