Definify.com

Definition 2024


aangekocht

aangekocht

Dutch

Participle

aangekocht

  1. past participle of aankopen

Declension

Inflection of aangekocht
uninflected aangekocht
inflected aangekochte
comparative
positive
predicative/adverbial aangekocht
indefinite m./f. sing. aangekochte
n. sing. aangekocht
plural aangekochte
definite aangekochte
partitive aangekochts