Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2025
aangezet
aangezet
Dutch
Participle
aangezet
past participle
of
aanzetten
Declension
Inflection of
aangezet
uninflected
aangezet
inflected
aangezette
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
aangezet
indefinite
m.
/
f.
sing.
aangezette
n.
sing.
aangezet
plural
aangezette
definite
aangezette
partitive
aangezets
Pronunciation
Similar Results