Definify.com

Definition 2024


afkoelend

afkoelend

Dutch

Participle

afkoelend

  1. present participle of afkoelen

Declension

Inflection of afkoelend
uninflected afkoelend
inflected afkoelende
comparative
positive
predicative/adverbial afkoelend
afkoelende
indefinite m./f. sing. afkoelende
n. sing. afkoelend
plural afkoelende
definite afkoelende
partitive afkoelends

Anagrams