Definify.com

Definition 2024


afschuimen

afschuimen

Dutch

Verb

afschuimen

  1. (intransitive, transitive) to remove foam
    • 1850, O. H. Kuijck, Handleiding tot de kennis der artillerie, voor de kadetten van dat wapen, volume 1, publ. Broese &b comp., 23.
      Gedurende het afschuimen moet de oplossing steeds kokende gehouden worden, waardoor de digtheid van het vocht toeneemt, en het schuim gemakkelijker naar boven stijgt; men zorgt daarbij echter, dat door het te sterk koken, het schuim niet over den rand des ketels loopt.
      During the removal of foam the solution should be continuously kept boiling, which causes the density of the fluid to increase, and the foam will rise up more easily; precaution should be taken however, that by boiling at a too high temperature or pressure the foam doesn't run over the rim of the rettle.
  2. (intransitive, transitive, figuratively) to remove impurities from
  3. (intransitive, transitive) to plunder, to rob
    • 1838, Adriaan van der Hoop, Junior, De Renegaat. Een berymd verhaal, Elix & co., 80-81.
      On ne se souvient plus des promesses, quand les périls sont passés, zegt het fransche spreekwoord: het was het motto, dat de Algerijnen immer schreven op het teboekstellen hunner verdragen; want by iedere verademing, na eene ontfangene tuchtiging, schuimden die Korsaren den Oceaan roofgieriger af dan ooit.
      One no longer follows through on promises, when the threats have passed, says the French proverb: it was the motto that the Algerians always wrote on the codifications of their treaties; for during every respite, after a received punitive expedition, those Corsairs plundered the ocean more rapacious than ever.
    • 2010, Jan Cremer, De Hunnen, Bezige Bij, 754.
      Ze schuimden de straten af, kwamen vooral in het donker uit hun schuilplaatsen tevoorschijn.
      They plundered the streets, and came out of their hiding places mostly under the cover of darkness.
    • 2014, Kate Williams, Joséphine. Verlangen, ambitie, Napoleon, Prometheus.
      Roversbendes en zakkenrollers schuimden de straten af en moorden waren aan de orde van de dag.
      Gangs of robbers, and pickpockets, plundered the streets and murders were a daily occurrence.
  4. (transitive) to rummage, to scour
    • 2002, Jan Frans Verbruggen & Rolf Falter, 1302: Opstand in Vlaanderen, Lannoo, 121.
      Roofridders schuimden de wegen af om handelaars te plunderen met het motief dat ze voor de andere partij werkten.
      Robber barons scoured the roads to plunder merchant under the motive that they worked for the other party.
    • 2010', Marthe Maeren, Schedelkraker. Een advocatenthriller, Standaard Uitgeverij.
      De mannen van het gerecht schuimden de tentoonstellingsruimten af en bepotelden zowat alles, op zoek naar vingerafdrukken van de onverlaat die de magistraat had mishandeld — wat zei hij, opengesneden was een juistere uitdrukking — en voor bijna dood had achtergelaten.
      The men from law enforcement scoured the exposition rooms and fingered nearly everything, in search of finger prints from the miscreant who abused the magistrate — what did he say, cut open was a more correct expression — and had left her behind for almost dead.

Inflection

Inflection of afschuimen (weak, separable)
infinitive afschuimen
past singular schuimde af
past participle afgeschuimd
infinitive afschuimen
gerund afschuimen n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular schuim af schuimde af afschuim afschuimde
2nd person sing. (jij) schuimt af schuimde af afschuimt afschuimde
2nd person sing. (u) schuimt af schuimde af afschuimt afschuimde
2nd person sing. (gij) schuimt af schuimde af afschuimt afschuimde
3rd person singular schuimt af schuimde af afschuimt afschuimde
plural schuimen af schuimden af afschuimen afschuimden
subjunctive sing.1 schuime af schuimde af afschuime afschuimde
subjunctive plur.1 schuimen af schuimden af afschuimen afschuimden
imperative sing. schuim af
imperative plur.1 schuimt af
participles afschuimend afgeschuimd
1) Archaic.