Definify.com

Definition 2024


beledigen

beledigen

Dutch

Verb

beledigen

  1. (transitive) to offend
    Een recht om te beledigen bestaat niet, onderstreepte de koningin.
    A right to offend does not exist, underscored the queen.

Inflection

Inflection of beledigen (weak, prefixed)
infinitive beledigen
past singular beledigde
past participle beledigd
infinitive beledigen
gerund beledigen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular beledig beledigde
2nd person sing. (jij) beledigt beledigde
2nd person sing. (u) beledigt beledigde
2nd person sing. (gij) beledigt beledigde
3rd person singular beledigt beledigde
plural beledigen beledigden
subjunctive sing.1 beledige beledigde
subjunctive plur.1 beledigen beledigden
imperative sing. beledig
imperative plur.1 beledigt
participles beledigend beledigd
1) Archaic.

Derived terms