Definify.com

Definition 2024


bestudeerd

bestudeerd

Dutch

Participle

bestudeerd

  1. past participle of bestuderen

Declension

Inflection of bestudeerd
uninflected bestudeerd
inflected bestudeerde
comparative
positive
predicative/adverbial bestudeerd
indefinite m./f. sing. bestudeerde
n. sing. bestudeerd
plural bestudeerde
definite bestudeerde
partitive bestudeerds