Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
betrouwd
betrouwd
Dutch
Participle
betrouwd
past participle
of
betrouwen
Declension
Inflection of
betrouwd
uninflected
betrouwd
inflected
betrouwde
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
betrouwd
indefinite
m.
/
f.
sing.
betrouwde
n.
sing.
betrouwd
plural
betrouwde
definite
betrouwde
partitive
betrouwds
Pronunciation
Rhymes:
-ɑu̯t
Similar Results