Definify.com

Definition 2024


bevonden

bevonden

Dutch

Verb

bevonden

  1. plural past indicative and subjunctive of bevinden

Participle

bevonden

  1. past participle of bevinden

Declension

Inflection of bevonden
uninflected bevonden
inflected bevonden
comparative
positive
predicative/adverbial bevonden
indefinite m./f. sing. bevonden
n. sing. bevonden
plural bevonden
definite bevonden
partitive bevondens