Definify.com

Definition 2024


bezoldigd

bezoldigd

Dutch

Participle

bezoldigd

  1. past participle of bezoldigen

Declension

Inflection of bezoldigd
uninflected bezoldigd
inflected bezoldigde
comparative
positive
predicative/adverbial bezoldigd
indefinite m./f. sing. bezoldigde
n. sing. bezoldigd
plural bezoldigde
definite bezoldigde
partitive bezoldigds