Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
bijwonend
bijwonend
Dutch
Participle
bijwonend
present participle
of
bijwonen
Declension
Inflection of
bijwonend
uninflected
bijwonend
inflected
bijwonende
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
bijwonend
bijwonende
indefinite
m.
/
f.
sing.
bijwonende
n.
sing.
bijwonend
plural
bijwonende
definite
bijwonende
partitive
bijwonends
Pronunciation
Similar Results