Definify.com

Definition 2024


gemaakt

gemaakt

Dutch

Adjective

gemaakt (comparative gemaakter, superlative gemaaktst)

  1. artificial, unnatural
  2. fake, insincere

Inflection

Inflection of gemaakt
uninflected gemaakt
inflected gemaakte
comparative gemaakter
positive comparative superlative
predicative/adverbial gemaakt gemaakter het gemaaktst
het gemaaktste
indefinite m./f. sing. gemaakte gemaaktere gemaaktste
n. sing. gemaakt gemaakter gemaaktste
plural gemaakte gemaaktere gemaaktste
definite gemaakte gemaaktere gemaaktste
partitive gemaakts gemaakters

Synonyms

  • (artificial) gekunsteld

Derived terms

Participle

gemaakt

  1. past participle of maken

Inflection

This participle needs an inflection-table template.