Definify.com

Definition 2024


hernieuwd

hernieuwd

Dutch

Participle

hernieuwd

  1. past participle of hernieuwen

Declension

Inflection of hernieuwd
uninflected hernieuwd
inflected hernieuwde
comparative
positive
predicative/adverbial hernieuwd
indefinite m./f. sing. hernieuwde
n. sing. hernieuwd
plural hernieuwde
definite hernieuwde
partitive hernieuwds