Definify.com

Definition 2024


ingetrokken

ingetrokken

Dutch

Participle

ingetrokken

  1. past participle of intrekken

Declension

Inflection of ingetrokken
uninflected ingetrokken
inflected ingetrokken
comparative
positive
predicative/adverbial ingetrokken
indefinite m./f. sing. ingetrokken
n. sing. ingetrokken
plural ingetrokken
definite ingetrokken
partitive ingetrokkens