Definify.com

Definition 2024


opgedonderd

opgedonderd

Dutch

Participle

opgedonderd

  1. past participle of opdonderen

Declension

Inflection of opgedonderd
uninflected opgedonderd
inflected opgedonderde
comparative
positive
predicative/adverbial opgedonderd
indefinite m./f. sing. opgedonderde
n. sing. opgedonderd
plural opgedonderde
definite opgedonderde
partitive opgedonderds