Definify.com

Definition 2024


opgesloten

opgesloten

Dutch

Participle

opgesloten

  1. past participle of opsluiten

Declension

Inflection of opgesloten
uninflected opgesloten
inflected opgesloten
comparative
positive
predicative/adverbial opgesloten
indefinite m./f. sing. opgesloten
n. sing. opgesloten
plural opgesloten
definite opgesloten
partitive opgeslotens