Definify.com
Definition 2024
Schalk
schalk
schalk
See also: Schalk
Dutch
Noun
schalk m (plural schalken, diminutive schalkje n)
- scoundrel, rascal, tomboy
- prankster, trickster
- 1909, W. de Hoo Az., Studiën over de 'Nederlandsche en Engelsche taal en letterkunde en haar wederzijdschen invloed, publ. by J. P. Revers, 36.
- Zelfs nu nog zijn er allerlei grappen en platte anecdotes bij het volk in omloop, welke behooren tot het leven van Uilenspiegel, dien boosaardigen schalk, spotter en bedrieger, die altijd zegeviert over zijne tegenstanders.
- 1909, W. de Hoo Az., Studiën over de 'Nederlandsche en Engelsche taal en letterkunde en haar wederzijdschen invloed, publ. by J. P. Revers, 36.
Related terms
- schalks
- seneschalk
- maarschalk