Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
scheedt_uit
scheedt uit
Dutch
Verb
scheedt
uit
second-person
(
gij
)
singular
past
indicative
of
uitscheiden
Anagrams
uitscheedt
Pronunciation
IPA
(key)
:
/ˌsxeːt ˈœy̯t/
Similar Results