Definify.com

Definition 2024


stijgen

stijgen

Dutch

Verb

stijgen

  1. (intransitive) to climb, to go up, to rise
  2. (intransitive) to ascend

Inflection

Inflection of stijgen (strong class 1)
infinitive stijgen
past singular steeg
past participle gestegen
infinitive stijgen
gerund stijgen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular stijg steeg
2nd person sing. (jij) stijgt steeg
2nd person sing. (u) stijgt steeg
2nd person sing. (gij) stijgt steegt
3rd person singular stijgt steeg
plural stijgen stegen
subjunctive sing.1 stijge stege
subjunctive plur.1 stijgen stegen
imperative sing. stijg
imperative plur.1 stijgt
participles stijgend gestegen
1) Archaic.

Antonyms

Derived terms