Definify.com

Definition 2024


teruggevonden

teruggevonden

Dutch

Participle

teruggevonden

  1. past participle of terugvinden

Declension

Inflection of teruggevonden
uninflected teruggevonden
inflected teruggevonden
comparative
positive
predicative/adverbial teruggevonden
indefinite m./f. sing. teruggevonden
n. sing. teruggevonden
plural teruggevonden
definite teruggevonden
partitive teruggevondens