Definify.com

Definition 2024


thuisbezorgend

thuisbezorgend

Dutch

Participle

thuisbezorgend

  1. present participle of thuisbezorgen

Declension

Inflection of thuisbezorgend
uninflected thuisbezorgend
inflected thuisbezorgende
comparative
positive
predicative/adverbial thuisbezorgend
thuisbezorgende
indefinite m./f. sing. thuisbezorgende
n. sing. thuisbezorgend
plural thuisbezorgende
definite thuisbezorgende
partitive thuisbezorgends

Anagrams