Definify.com

Definition 2024


toebehoord

toebehoord

Dutch

Participle

toebehoord

  1. past participle of toebehoren

Declension

Inflection of toebehoord
uninflected toebehoord
inflected toebehoorde
comparative
positive
predicative/adverbial toebehoord
indefinite m./f. sing. toebehoorde
n. sing. toebehoord
plural toebehoorde
definite toebehoorde
partitive toebehoords