Definify.com

Definition 2024


toestaand

toestaand

Dutch

Participle

toestaand

  1. present participle of toestaan

Declension

Inflection of toestaand
uninflected toestaand
inflected toestaande
comparative
positive
predicative/adverbial toestaand
toestaande
indefinite m./f. sing. toestaande
n. sing. toestaand
plural toestaande
definite toestaande
partitive toestaands