Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
uitgedrukt
uitgedrukt
Dutch
Participle
uitgedrukt
past participle
of
uitdrukken
Declension
Inflection of
uitgedrukt
uninflected
uitgedrukt
inflected
uitgedrukte
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
uitgedrukt
indefinite
m.
/
f.
sing.
uitgedrukte
n.
sing.
uitgedrukt
plural
uitgedrukte
definite
uitgedrukte
partitive
uitgedrukts
Pronunciation
IPA
(key)
:
/ˈœy̯txəˌdrʏkt/
Similar Results