Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
uitlatend
uitlatend
Dutch
Participle
uitlatend
present participle
of
uitlaten
Declension
Inflection of
uitlatend
uninflected
uitlatend
inflected
uitlatende
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
uitlatend
uitlatende
indefinite
m.
/
f.
sing.
uitlatende
n.
sing.
uitlatend
plural
uitlatende
definite
uitlatende
partitive
uitlatends
Pronunciation
Similar Results