Definify.com
Definition 2024
voorschrijven
voorschrijven
Dutch
Verb
voorschrijven
- To prescribe.
Inflection
Inflection of voorschrijven (strong class 1, separable) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | voorschrijven | |||
past singular | schreef voor | |||
past participle | voorgeschreven | |||
infinitive | voorschrijven | |||
gerund | voorschrijven n | |||
verbal noun | — | |||
main clause | subordinate clause | |||
present tense | past tense | present tense | past tense | |
1st person singular | schrijf voor | schreef voor | voorschrijf | voorschreef |
2nd person sing. (jij) | schrijft voor | schreef voor | voorschrijft | voorschreef |
2nd person sing. (u) | schrijft voor | schreef voor | voorschrijft | voorschreef |
2nd person sing. (gij) | schrijft voor | schreeft voor | voorschrijft | voorschreeft |
3rd person singular | schrijft voor | schreef voor | voorschrijft | voorschreef |
plural | schrijven voor | schreven voor | voorschrijven | voorschreven |
subjunctive sing.1 | schrijve voor | schreve voor | voorschrijve | voorschreve |
subjunctive plur.1 | schrijven voor | schreven voor | voorschrijven | voorschreven |
imperative sing. | schrijf voor | |||
imperative plur.1 | schrijft voor | |||
participles | voorschrijvend | voorgeschreven | ||
1) Archaic. |