Definify.com

Definition 2024


voorschrijvend

voorschrijvend

Dutch

Participle

voorschrijvend

  1. present participle of voorschrijven

Declension

Inflection of voorschrijvend
uninflected voorschrijvend
inflected voorschrijvende
comparative
positive
predicative/adverbial voorschrijvend
voorschrijvende
indefinite m./f. sing. voorschrijvende
n. sing. voorschrijvend
plural voorschrijvende
definite voorschrijvende
partitive voorschrijvends