Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


insmeren

insmeren

Dutch

Verb

insmeren

  1. (with direct object) to rub in, to smear
  2. (with indirect object) to rub a substance onto, to anoint

Inflection

Inflection of insmeren (weak, separable)
infinitive insmeren
past singular smeerde in
past participle ingesmeerd
infinitive insmeren
gerund insmeren n
verbal noun —
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular smeer in smeerde in insmeer insmeerde
2nd person sing. (jij) smeert in smeerde in insmeert insmeerde
2nd person sing. (u) smeert in smeerde in insmeert insmeerde
2nd person sing. (gij) smeert in smeerde in insmeert insmeerde
3rd person singular smeert in smeerde in insmeert insmeerde
plural smeren in smeerden in insmeren insmeerden
subjunctive sing.1 smere in smeerde in insmere insmeerde
subjunctive plur.1 smeren in smeerden in insmeren insmeerden
imperative sing. smeer in
imperative plur.1 smeert in
participles insmerend ingesmeerd
1) Archaic.

Anagrams

  • smeren in

Etymology

From in +‎ smeren.

Pronunciation

Similar Results

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms