Definify.com

Definition 2024


aangeklaagd

aangeklaagd

Dutch

Participle

aangeklaagd

  1. past participle of aanklagen

Declension

Inflection of aangeklaagd
uninflected aangeklaagd
inflected aangeklaagde
comparative
positive
predicative/adverbial aangeklaagd
indefinite m./f. sing. aangeklaagde
n. sing. aangeklaagd
plural aangeklaagde
definite aangeklaagde
partitive aangeklaagds