Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
aangeleerd
aangeleerd
Dutch
Participle
aangeleerd
past participle
of
aanleren
Declension
Inflection of
aangeleerd
uninflected
aangeleerd
inflected
aangeleerde
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
aangeleerd
indefinite
m.
/
f.
sing.
aangeleerde
n.
sing.
aangeleerd
plural
aangeleerde
definite
aangeleerde
partitive
aangeleerds
Pronunciation
Similar Results