Definify.com

Definition 2024


afgespeeld

afgespeeld

Dutch

Participle

afgespeeld

  1. past participle of afspelen

Declension

Inflection of afgespeeld
uninflected afgespeeld
inflected afgespeelde
comparative
positive
predicative/adverbial afgespeeld
indefinite m./f. sing. afgespeelde
n. sing. afgespeeld
plural afgespeelde
definite afgespeelde
partitive afgespeelds