Definify.com

Definition 2024


voegen

voegen

Dutch

Verb

voegen

  1. (transitive) to place, to put
  2. (transitive) to add
  3. (transitive) to grout
  4. (transitive) to fit, to suit
    Dat voegt je niet.
    That doesn't suit you.
Inflection
Inflection of voegen (weak)
infinitive voegen
past singular voegde
past participle gevoegd
infinitive voegen
gerund voegen n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular voeg voegde
2nd person sing. (jij) voegt voegde
2nd person sing. (u) voegt voegde
2nd person sing. (gij) voegt voegde
3rd person singular voegt voegde
plural voegen voegden
subjunctive sing.1 voege voegde
subjunctive plur.1 voegen voegden
imperative sing. voeg
imperative plur.1 voegt
participles voegend gevoegd
1) Archaic.
Derived terms

Etymology 2

Non-lemma forms.

Noun

voegen

  1. Plural form of voeg